Rječnik

Naučite glagole – nizozemski

cms/verbs-webp/102631405.webp
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.
zaboraviti
Ona ne želi zaboraviti prošlost.
cms/verbs-webp/124545057.webp
luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.
slušati
Djeca rado slušaju njene priče.
cms/verbs-webp/93393807.webp
gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.
dogoditi se
U snovima se događaju čudne stvari.
cms/verbs-webp/68779174.webp
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
zastupati
Odvjetnici zastupaju svoje klijente na sudu.
cms/verbs-webp/18473806.webp
aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!
doći na red
Molim čekaj, uskoro ćeš doći na red!
cms/verbs-webp/28787568.webp
verdwalen
Mijn sleutel is vandaag verloren gegaan!
izgubiti se
Moj ključ se danas izgubio!
cms/verbs-webp/86710576.webp
vertrekken
Onze vakantiegasten vertrokken gisteren.
otići
Naši su praznički gosti otišli jučer.
cms/verbs-webp/108218979.webp
moeten
Hij moet hier uitstappen.
morati
Ovdje mora izaći.
cms/verbs-webp/59552358.webp
beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?
upravljati
Tko upravlja novcem u vašoj obitelji?
cms/verbs-webp/110775013.webp
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.
zapisati
Želi zapisati svoju poslovnu ideju.
cms/verbs-webp/41019722.webp
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.
voziti kući
Nakon kupovine, njih dvoje voze kući.
cms/verbs-webp/104476632.webp
afwassen
Ik hou niet van afwassen.
prati suđe
Ne volim prati suđe.