Woordenlijst
Leer werkwoorden – Bosnisch
sortirati
Još uvijek imam mnogo papira za sortiranje.
sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.
prevoziti
Kamion prevozi robu.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.
gledati
Gleda kroz dvogled.
kijken
Ze kijkt door een verrekijker.
tražiti
Moj unuk puno traži od mene.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
podvući
On je podvukao svoju izjavu.
onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.
ćaskati
Često ćaska sa svojim susjedom.
kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.
poslati
Roba će mi biti poslana u paketu.
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.
otpustiti
Moj šef me otpustio.
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.
brinuti se
Naš domar se brine za čišćenje snijega.
zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.
uništiti
Datoteke će biti potpuno uništene.
vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.
raditi
Motocikl je pokvaren; više ne radi.
werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.