Vocabulary

Learn Verbs – Dutch

cms/verbs-webp/89084239.webp
verminderen
Ik moet absoluut mijn stookkosten verminderen.
reduce
I definitely need to reduce my heating costs.
cms/verbs-webp/8451970.webp
bespreken
De collega’s bespreken het probleem.
discuss
The colleagues discuss the problem.
cms/verbs-webp/118003321.webp
bezoeken
Ze bezoekt Parijs.
visit
She is visiting Paris.
cms/verbs-webp/102136622.webp
trekken
Hij trekt de slee.
pull
He pulls the sled.
cms/verbs-webp/89869215.webp
schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.
kick
They like to kick, but only in table soccer.
cms/verbs-webp/67232565.webp
eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.
agree
The neighbors couldn’t agree on the color.
cms/verbs-webp/79582356.webp
ontcijferen
Hij ontcijfert de kleine letters met een vergrootglas.
decipher
He deciphers the small print with a magnifying glass.
cms/verbs-webp/93393807.webp
gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.
happen
Strange things happen in dreams.
cms/verbs-webp/111792187.webp
kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.
choose
It is hard to choose the right one.
cms/verbs-webp/122010524.webp
ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.
undertake
I have undertaken many journeys.
cms/verbs-webp/103232609.webp
tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.
exhibit
Modern art is exhibited here.
cms/verbs-webp/101890902.webp
produceren
We produceren onze eigen honing.
produce
We produce our own honey.