Vocabulary

Learn Verbs – Dutch

cms/verbs-webp/127620690.webp
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.
tax
Companies are taxed in various ways.
cms/verbs-webp/131098316.webp
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.
marry
Minors are not allowed to be married.
cms/verbs-webp/115153768.webp
duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.
see clearly
I can see everything clearly through my new glasses.
cms/verbs-webp/120086715.webp
voltooien
Kun je de puzzel voltooien?
complete
Can you complete the puzzle?
cms/verbs-webp/122789548.webp
geven
Wat heeft haar vriend haar voor haar verjaardag gegeven?
give
What did her boyfriend give her for her birthday?
cms/verbs-webp/123492574.webp
trainen
Professionele atleten moeten elke dag trainen.
train
Professional athletes have to train every day.
cms/verbs-webp/61162540.webp
activeren
De rook activeerde het alarm.
trigger
The smoke triggered the alarm.
cms/verbs-webp/92145325.webp
kijken
Ze kijkt door een gat.
look
She looks through a hole.
cms/verbs-webp/57248153.webp
vermelden
De baas vermeldde dat hij hem zal ontslaan.
mention
The boss mentioned that he will fire him.
cms/verbs-webp/90321809.webp
geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.
spend money
We have to spend a lot of money on repairs.
cms/verbs-webp/114272921.webp
drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.
drive
The cowboys drive the cattle with horses.
cms/verbs-webp/21342345.webp
leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.
like
The child likes the new toy.