Vocabulary
Learn Verbs – Dutch

rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
ring
Do you hear the bell ringing?

stoppen
Ik wil nu stoppen met roken!
quit
I want to quit smoking starting now!

mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
mix
Various ingredients need to be mixed.

creëren
Wie heeft de aarde gecreëerd?
create
Who created the Earth?

drinken
De koeien drinken water uit de rivier.
drink
The cows drink water from the river.

bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.
promote
We need to promote alternatives to car traffic.

verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.
go further
You can’t go any further at this point.

weglopen
Sommige kinderen lopen van huis weg.
run away
Some kids run away from home.

garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.
guarantee
Insurance guarantees protection in case of accidents.

overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.
run over
Unfortunately, many animals are still run over by cars.

bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.
prove
He wants to prove a mathematical formula.
