Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/120220195.webp
selge
Handlerne selger mange varer.
verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.
cms/verbs-webp/96061755.webp
servere
Kokken serverer oss selv i dag.
bedienen
De chef bedient ons vandaag zelf.
cms/verbs-webp/51119750.webp
finne veien
Jeg kan finne veien godt i en labyrint.
de weg vinden
Ik kan goed de weg vinden in een labyrint.
cms/verbs-webp/94482705.webp
oversette
Han kan oversette mellom seks språk.
vertalen
Hij kan tussen zes talen vertalen.
cms/verbs-webp/83776307.webp
flytte
Nevøen min flytter.
verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.
cms/verbs-webp/42212679.webp
arbeide for
Han arbeidet hardt for sine gode karakterer.
werken voor
Hij heeft hard gewerkt voor zijn goede cijfers.
cms/verbs-webp/120200094.webp
blande
Du kan blande en sunn salat med grønnsaker.
mengen
Je kunt een gezonde salade met groenten mengen.
cms/verbs-webp/115847180.webp
hjelpe
Alle hjelper til med å sette opp teltet.
helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.
cms/verbs-webp/18473806.webp
få tur
Vennligst vent, du får snart din tur!
aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!
cms/verbs-webp/96476544.webp
fastsette
Datoen blir fastsatt.
vaststellen
De datum wordt vastgesteld.
cms/verbs-webp/130770778.webp
reise
Han liker å reise og har sett mange land.
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.
cms/verbs-webp/80325151.webp
fullføre
De har fullført den vanskelige oppgaven.
voltooien
Ze hebben de moeilijke taak voltooid.