Woordenlijst
Leer werkwoorden – Arabisch
تمارس
المرأة تمارس اليوغا.
tumaris
almar‘at tumaris alyugha.
oefenen
De vrouw beoefent yoga.
تساقط
تساقط الثلج كثيرًا اليوم.
tasaqut
tasaqut althalj kthyran alyawma.
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.
رؤية
يمكنك أن ترى أفضل بواسطة النظارات.
ruyat
yumkinuk ‘an taraa ‘afdal biwasitat alnazaarati.
zien
Je kunt beter zien met een bril.
أغفر له
أغفر له ديونه.
‘aghfir lah
‘aghfir lah duyunahu.
vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.
تغادر
السفينة تغادر الميناء.
tughadir
alsafinat tughadir almina‘a.
vertrekken
Het schip vertrekt uit de haven.
يمثل
المحامون يمثلون عملائهم في المحكمة.
yumathil
almuhamun yumathilun eumalayahum fi almahkamati.
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
يحترق
النار ستحترق الكثير من الغابة.
yahtariq
alnaar satahtariq alkathir min alghabati.
afbranden
Het vuur zal een groot deel van het bos afbranden.
بدأ بالجري
الرياضي على وشك أن يبدأ الجري.
bada bialjary
alriyadii ealaa washk ‘an yabda aljari.
beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.
فرز
لدي الكثير من الأوراق التي يجب فرزها.
farz
ladaya alkathir min al‘awraq alati yajib farzuha.
sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.
فعل
يرغبون في فعل شيء من أجل صحتهم.
fael
yarghabun fi fiel shay‘ min ‘ajl sihatihim.
doen voor
Ze willen iets voor hun gezondheid doen.
استيقظ
المنبه يوقظها في الساعة 10 صباحًا.
astayqaz
almunabih yuqizuha fi alsaaeat 10 sbahan.
wekken
De wekker wekt haar om 10 uur ’s ochtends.