Woordenlijst

Leer werkwoorden – Lets

cms/verbs-webp/62788402.webp
atbalstīt
Mēs labprāt atbalstām jūsu ideju.
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.
cms/verbs-webp/91696604.webp
ļaut
Nedrīkst ļaut depresijai.
toestaan
Men mag depressie niet toestaan.
cms/verbs-webp/63868016.webp
atnest
Suns atnes rotaļlietu.
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.
cms/verbs-webp/32685682.webp
zināt
Bērns zina par saviem vecāku strīdu.
bewust zijn van
Het kind is zich bewust van de ruzie van zijn ouders.
cms/verbs-webp/99392849.webp
noņemt
Kā noņemt sarkvīna traipu?
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?
cms/verbs-webp/120128475.webp
domāt
Viņai vienmēr ir jādomā par viňu.
denken
Ze moet altijd aan hem denken.
cms/verbs-webp/86196611.webp
pārbraukt
Diemžēl daudz dzīvnieku joprojām pārbrauc automašīnas.
overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.
cms/verbs-webp/121670222.webp
sekot
Cālīši vienmēr seko savai mātei.
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.
cms/verbs-webp/128159501.webp
sajaukt
Dažādām sastāvdaļām ir jābūt sajauktām.
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
cms/verbs-webp/96476544.webp
noteikt
Datums tiek noteikts.
vaststellen
De datum wordt vastgesteld.
cms/verbs-webp/94153645.webp
raudāt
Bērns vannā raud.
huilen
Het kind huilt in het bad.
cms/verbs-webp/84365550.webp
transportēt
Kravas automašīna transportē preces.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.