Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/73649332.webp
rope
Hvis du vil bli hørt, må du rope budskapet ditt høyt.
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.
cms/verbs-webp/117890903.webp
svare
Hun svarer alltid først.
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.
cms/verbs-webp/101938684.webp
utføre
Han utfører reparasjonen.
uitvoeren
Hij voert de reparatie uit.
cms/verbs-webp/116166076.webp
betale
Hun betaler på nett med et kredittkort.
betalen
Ze betaalt online met een creditcard.
cms/verbs-webp/102823465.webp
vise
Jeg kan vise et visum i passet mitt.
tonen
Ik kan een visum in mijn paspoort tonen.
cms/verbs-webp/88597759.webp
trykke
Han trykker på knappen.
drukken
Hij drukt op de knop.
cms/verbs-webp/91930542.webp
stoppe
Politikvinnen stopper bilen.
stoppen
De agente stopt de auto.
cms/verbs-webp/23258706.webp
heise opp
Helikopteret heiser de to mennene opp.
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.
cms/verbs-webp/34567067.webp
søke etter
Politiet søker etter gjerningsmannen.
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
cms/verbs-webp/100634207.webp
forklare
Hun forklarer ham hvordan enheten fungerer.
uitleggen
Ze legt hem uit hoe het apparaat werkt.
cms/verbs-webp/33463741.webp
åpne
Kan du åpne denne boksen for meg?
openen
Kun je dit blikje voor me openen?
cms/verbs-webp/102136622.webp
dra
Han drar sleden.
trekken
Hij trekt de slee.