Woordenlijst
Leer werkwoorden – Litouws

užbaigti
Jie užbaigė sunkią užduotį.
voltooien
Ze hebben de moeilijke taak voltooid.

riboti
Tvoros riboja mūsų laisvę.
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.

gaminti
Mes gaminame elektros energiją iš vėjo ir saulės šviesos.
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.

pamiršti
Ji nenori pamiršti praeities.
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.

dažyti
Noriu dažyti savo butą.
schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.

mąstyti kartu
Kortų žaidimuose reikia mąstyti kartu.
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.

atrasti
Jūreiviai atrado naują žemę.
ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.

atsakyti
Ji visada atsako pirmoji.
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.

stiprinti
Gimnastika stiprina raumenis.
versterken
Gymnastiek versterkt de spieren.

norėti
Vaikas nori eiti laukan.
naar buiten willen
Het kind wil naar buiten.

mokytis
Merginos mėgsta mokytis kartu.
studeren
De meisjes studeren graag samen.
