Woordenlijst
Leer werkwoorden – Litouws
išleisti
Ji išleido visus savo pinigus.
uitgeven
Ze heeft al haar geld uitgegeven.
pranešti
Visi laive praneša kapitonui.
melden
Iedereen aan boord meldt zich bij de kapitein.
susiorientuoti
Aš gerai susiorientuoju labirinte.
de weg vinden
Ik kan goed de weg vinden in een labyrint.
prisijungti
Jūs turite prisijungti su savo slaptažodžiu.
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.
matyti
Jie pagaliau vėl mato vienas kitą.
weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.
supjaustyti
Saldžiam pyragui reikia supjaustyti agurką.
snijden
Voor de salade moet je de komkommer snijden.
paaiškinti
Ji paaiškina jam, kaip veikia įrenginys.
uitleggen
Ze legt hem uit hoe het apparaat werkt.
sekti
Viščiukai visada seka savo motiną.
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.
atvykti
Lėktuvas atvyko laiku.
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
pramisti
Jis pramisė galimybę įmušti įvartį.
missen
Hij miste de kans op een doelpunt.
pranokti
Banginiai pranoksta visus gyvūnus pagal svorį.
overtreffen
Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.