Woordenlijst
Leer werkwoorden – Indonesisch
memimpin
Dia senang memimpin tim.
leiden
Hij leidt graag een team.
memilih
Dia memilih sepasang kacamata hitam baru.
uitzoeken
Ze zoekt een nieuwe zonnebril uit.
setuju
Tetangga-tetangga tidak bisa setuju tentang warnanya.
eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.
mencampur
Dia mencampurkan jus buah.
mengen
Ze mengt een vruchtensap.
terhubung
Semua negara di Bumi saling terhubung.
verbonden zijn
Alle landen op aarde zijn met elkaar verbonden.
bertemu
Teman-teman bertemu untuk makan malam bersama.
ontmoeten
De vrienden ontmoetten elkaar voor een gezamenlijk diner.
melupakan
Dia sudah melupakan namanya sekarang.
vergeten
Ze is nu zijn naam vergeten.
tidur lelap
Mereka ingin tidur lelap untuk satu malam.
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
lewat
Masa pertengahan telah lewat.
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.
menemukan
Pelaut telah menemukan tanah baru.
ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.
mengerti
Saya tidak bisa mengerti Anda!
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!