Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/123203853.webp
cause
Alcohol can cause headaches.
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
cms/verbs-webp/123211541.webp
snow
It snowed a lot today.
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.
cms/verbs-webp/92054480.webp
go
Where did the lake that was here go?
gaan
Waar is het meer dat hier was heengegaan?
cms/verbs-webp/93697965.webp
drive around
The cars drive around in a circle.
rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.
cms/verbs-webp/87142242.webp
hang down
The hammock hangs down from the ceiling.
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
cms/verbs-webp/79201834.webp
connect
This bridge connects two neighborhoods.
verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.
cms/verbs-webp/100011426.webp
influence
Don’t let yourself be influenced by others!
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
cms/verbs-webp/67880049.webp
let go
You must not let go of the grip!
loslaten
Je mag de grip niet loslaten!
cms/verbs-webp/82095350.webp
push
The nurse pushes the patient in a wheelchair.
duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.
cms/verbs-webp/106787202.webp
come home
Dad has finally come home!
thuiskomen
Papa is eindelijk thuisgekomen!
cms/verbs-webp/38753106.webp
speak
One should not speak too loudly in the cinema.
spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.
cms/verbs-webp/102631405.webp
forget
She doesn’t want to forget the past.
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.