Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)

like
The child likes the new toy.
leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.

get used to
Children need to get used to brushing their teeth.
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.

chat
They chat with each other.
kletsen
Ze kletsen met elkaar.

leave standing
Today many have to leave their cars standing.
laten staan
Vandaag moeten velen hun auto’s laten staan.

cut out
The shapes need to be cut out.
uitknippen
De vormen moeten worden uitgeknipt.

paint
I want to paint my apartment.
schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.

endorse
We gladly endorse your idea.
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.

miss
He missed the chance for a goal.
missen
Hij miste de kans op een doelpunt.

fight
The athletes fight against each other.
vechten
De atleten vechten tegen elkaar.

clean
The worker is cleaning the window.
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.

arrive
Many people arrive by camper van on vacation.
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.
