Woordenlijst

Leer werkwoorden – Spaans

cms/verbs-webp/67232565.webp
acordar
Los vecinos no pudieron acordar sobre el color.
eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.
cms/verbs-webp/120086715.webp
completar
¿Puedes completar el rompecabezas?
voltooien
Kun je de puzzel voltooien?
cms/verbs-webp/11497224.webp
responder
El estudiante responde a la pregunta.
antwoorden
De student beantwoordt de vraag.
cms/verbs-webp/74009623.webp
probar
El coche se está probando en el taller.
testen
De auto wordt in de werkplaats getest.
cms/verbs-webp/90539620.webp
pasar
A veces el tiempo pasa lentamente.
voorbijgaan
De tijd gaat soms langzaam voorbij.
cms/verbs-webp/106088706.webp
levantarse
Ya no puede levantarse por sí misma.
opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.
cms/verbs-webp/74036127.webp
fallar
El hombre falló su tren.
missen
De man heeft zijn trein gemist.
cms/verbs-webp/79317407.webp
ordenar
Él ordena a su perro.
bevelen
Hij beveelt zijn hond.
cms/verbs-webp/100434930.webp
terminar
La ruta termina aquí.
eindigen
De route eindigt hier.
cms/verbs-webp/112755134.webp
llamar
Solo puede llamar durante su hora de almuerzo.
bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.
cms/verbs-webp/53284806.webp
pensar fuera de la caja
Para tener éxito, a veces tienes que pensar fuera de la caja.
out-of-the-box denken
Om succesvol te zijn, moet je soms out-of-the-box denken.
cms/verbs-webp/113418367.webp
decidir
No puede decidir qué zapatos ponerse.
beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.