Woordenlijst
Leer werkwoorden – Indonesisch
bepergian
Kami suka bepergian melalui Eropa.
reizen
We reizen graag door Europa.
memesan
Dia memesan sarapan untuk dirinya sendiri.
bestellen
Ze bestelt ontbijt voor zichzelf.
menggiring
Koboi menggiring ternak dengan kuda.
drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.
tiba
Pesawat telah tiba tepat waktu.
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
membagi
Mereka membagi pekerjaan rumah di antara mereka.
verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.
salah
Semua berjalan salah hari ini!
misgaan
Alles gaat vandaag mis!
kalah
Anjing yang lebih lemah kalah dalam pertarungan.
verslagen worden
De zwakkere hond wordt verslagen in het gevecht.
menekan
Dia menekan tombol.
drukken
Hij drukt op de knop.
menyukai
Anak itu menyukai mainan baru.
leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.
mencari
Yang tidak kamu ketahui, kamu harus mencarinya.
opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.
memperbaharui
Pelukis ingin memperbaharui warna dinding.
vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.