Woordenlijst
Leer werkwoorden – Italiaans
riferire
Lei riferisce lo scandalo alla sua amica.
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.
pulire
Lei pulisce la cucina.
schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.
prestare attenzione
Bisogna prestare attenzione ai segnali stradali.
opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.
riflettere
Devi riflettere molto negli scacchi.
denken
Je moet veel denken bij schaken.
riparare
Voleva riparare il cavo.
repareren
Hij wilde de kabel repareren.
aggiungere
Lei aggiunge un po’ di latte al caffè.
toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.
arricchire
Le spezie arricchiscono il nostro cibo.
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.
mancare
Lui sente molto la mancanza della sua ragazza.
missen
Hij mist zijn vriendin erg.
chiamare
La ragazza sta chiamando la sua amica.
bellen
Het meisje belt haar vriendin.
proseguire
Non puoi proseguire oltre questo punto.
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.
camminare
Il gruppo ha camminato su un ponte.
wandelen
De groep wandelde over een brug.