Woordenlijst
Leer werkwoorden – Italiaans

fidanzarsi
Si sono fidanzati in segreto!
verloven
Ze hebben stiekem verloofd!

rinnovare
Il pittore vuole rinnovare il colore delle pareti.
vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.

completare
Puoi completare il puzzle?
voltooien
Kun je de puzzel voltooien?

passare
L’acqua era troppo alta; il camion non poteva passare.
doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.

mescolare
Vari ingredienti devono essere mescolati.
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.

ordinare
A lui piace ordinare i suoi francobolli.
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.

distruggere
Il tornado distrugge molte case.
vernielen
De tornado vernielt veel huizen.

decidere
Non riesce a decidere quale paio di scarpe mettere.
beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.

preparare
Lei sta preparando una torta.
bereiden
Ze bereidt een taart.

creare
Chi ha creato la Terra?
creëren
Wie heeft de aarde gecreëerd?

sviluppare
Stanno sviluppando una nuova strategia.
ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.
