Woordenlijst
Leer werkwoorden – Frans

oublier
Elle a maintenant oublié son nom.
vergeten
Ze is nu zijn naam vergeten.

confirmer
Elle a pu confirmer la bonne nouvelle à son mari.
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.

exiger
Il exige une indemnisation.
eisen
Hij eist compensatie.

étendre
Il étend ses bras largement.
uitspreiden
Hij spreidt zijn armen wijd uit.

exposer
L’art moderne est exposé ici.
tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.

accepter
Je ne peux pas changer cela, je dois l’accepter.
accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.

dormir
Le bébé dort.
slapen
De baby slaapt.

couper
La coiffeuse lui coupe les cheveux.
knippen
De kapper knipt haar haar.

laisser
Ils ont accidentellement laissé leur enfant à la gare.
achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.

réussir
Les étudiants ont réussi l’examen.
slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.

ouvrir
Le coffre-fort peut être ouvert avec le code secret.
openen
De kluis kan worden geopend met de geheime code.
