Woordenlijst
Leer werkwoorden – Arabisch
نخاف
نخشى أن يكون الشخص مصابًا بجروح خطيرة.
nakhaf
nakhshaa ‘an yakun alshakhs msaban bijuruh khatiratin.
vrezen
We vrezen dat de persoon ernstig gewond is.
تهمس
الأوراق تهمس تحت قدمي.
tahmis
al‘awraq tahmis taht qadamay.
ritselen
De bladeren ritselen onder mijn voeten.
تدخل
السفينة تدخل الميناء.
tadkhul
alsafinat tadkhul almina‘a.
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.
اعتنى
ابننا يعتني جيدًا بسيارته الجديدة.
aetanaa
abnuna yaetani jydan bisayaaratih aljadidati.
zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.
تحرك
من الصحي أن تتحرك كثيرًا.
taharuk
min alsihiyi ‘an tataharak kthyran.
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.
يمكنك الاحتفاظ
يمكنك الاحتفاظ بالمال.
yumkinuk aliahtifaz
yumkinuk aliahtifaz bialmali.
houden
Je mag het geld houden.
يصلح
أراد أن يصلح الكابل.
yuslih
‘arad ‘an yuslih alkabli.
repareren
Hij wilde de kabel repareren.
تجاهل
يمكنك تجاهل السكر في الشاي.
tajahul
yumkinuk tajahul alsukar fi alshaay.
weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.
دخلت
المترو قد دخل المحطة للتو.
dakhalat
almitru qad dakhal almahatat liltuw.
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.
يقاتلون
الرياضيون يقاتلون بعضهم البعض.
yuqatilun
alriyadiuwn yuqatilun baedahum albaeda.
vechten
De atleten vechten tegen elkaar.
استعاد
الجهاز معيب؛ على التاجر استعادته.
astaead
aljihaz mueib; ealaa altaajir astieadataha.
terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.