المفردات
تعلم الأفعال – الهولندية

de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.
لا أجد
لا أستطيع العثور على طريقي للعودة.

uitleggen
Ze legt hem uit hoe het apparaat werkt.
تشرح
هي تشرح له كيف يعمل الجهاز.

werken
Ze werkt beter dan een man.
عمل
هي تعمل أفضل من رجل.

oprapen
We moeten alle appels oprapen.
يجب أن نلتقط
يجب أن نلتقط جميع التفاح.

drukken
Boeken en kranten worden gedrukt.
يتم طباعة
يتم طباعة الكتب والصحف.

vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
يمثل
المحامون يمثلون عملائهم في المحكمة.

doden
Ik zal de vlieg doden!
قتل
سأقتل الذبابة!

onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.
نؤيد
نحن نؤيد فكرتك بسرور.

bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.
أكدت
هي أكدت الأخبار الجيدة لزوجها.

rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
يرن
هل تسمع الجرس يرن؟

uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
نام
يريدون أن يناموا أخيرًا لليلة واحدة.
