المفردات
تعلم الأفعال – الهولندية

uitkomen
Wat komt er uit het ei?
يخرج
ماذا يخرج من البيضة؟

rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.
يدور
السيارات تدور في دائرة.

uitsterven
Veel dieren zijn vandaag uitgestorven.
انقرضت
العديد من الحيوانات انقرضت اليوم.

aanbieden
Wat bied je me aan voor mijn vis?
تقدم
ماذا تقدم لي مقابل سمكتي؟

drukken
Hij drukt op de knop.
يضغط
هو يضغط على الزر.

spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.
تحدث
لا يجب التحدث بصوت عالٍ في السينما.

genoeg zijn
Dat is genoeg, je irriteert!
كفى
هذا يكفي، أنت مزعج!

beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?
كيف يمكن وصف
كيف يمكن وصف الألوان؟

binnenkomen
Hij komt de hotelkamer binnen.
يدخل
هو يدخل غرفة الفندق.

vragen
Hij vraagt haar om vergeving.
طلب
يطلب منها الغفران.

hangen
IJsspegels hangen van het dak.
تتدلى
الصقيع يتدلى من السقف.
