Woordenlijst
Leer werkwoorden – Arabisch
يحترق
اللحم لا يجب أن يحترق على الشواية.
yahtariq
allahm la yajib ‘an yahtariq ealaa alshiwayati.
branden
Het vlees mag niet branden op de grill.
بحث عن
الشرطة تبحث عن الجاني.
bahath ean
alshurtat tabhath ean aljani.
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
قلب
تقلب اللحم.
qalb
taqalib alluhami.
draaien
Ze draait het vlees.
نام
يريدون أن يناموا أخيرًا لليلة واحدة.
nam
yuridun ‘an yanamuu akhyran lilaylat wahidatan.
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
تحدث
يتحدث إلى جمهوره.
tahduth
yatahadath ‘iilaa jumhurihi.
spreken
Hij spreekt tot zijn publiek.
شدد
شدد على بيانه.
shadad
shadad ealaa bayanihi.
onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.
عاقبت
عاقبت ابنتها.
eaqabat
eaqabt abnitiha.
straffen
Ze strafte haar dochter.
اختارت
اختارت تفاحة.
akhtarat
akhtarat tufaahatan.
plukken
Ze plukte een appel.
يدردشون
لا يجب على الطلاب الدردشة خلال الصف.
yudardishun
la yajib ealaa altulaab aldardashat khilal alsaf.
kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.
رافق
الكلب يرافقهم.
rafiq
alkalb yurafiquhum.
begeleiden
De hond begeleidt hen.
تغلق
هي تغلق الستائر.
tughliq
hi tughliq alsatayir.
sluiten
Ze sluit de gordijnen.