Woordenlijst

Leer werkwoorden – Kroatisch

cms/verbs-webp/78973375.webp
nabaviti bolovanje
Morao je nabaviti bolovanje od doktora.
ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.
cms/verbs-webp/99633900.webp
istraživati
Ljudi žele istraživati Mars.
verkennen
Mensen willen Mars verkennen.
cms/verbs-webp/63868016.webp
vratiti
Pas vraća igračku.
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.
cms/verbs-webp/41019722.webp
voziti kući
Nakon kupovine, njih dvoje voze kući.
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.
cms/verbs-webp/90773403.webp
slijediti
Moj pas me slijedi kada trčim.
volgen
Mijn hond volgt me als ik jog.
cms/verbs-webp/9435922.webp
približiti se
Puževi se približavaju jedan drugome.
dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.
cms/verbs-webp/74036127.webp
propustiti
Čovjek je propustio svoj vlak.
missen
De man heeft zijn trein gemist.
cms/verbs-webp/118253410.webp
potrošiti
Ona je potrošila sav svoj novac.
uitgeven
Ze heeft al haar geld uitgegeven.
cms/verbs-webp/117421852.webp
postati prijatelji
Dvoje su postali prijatelji.
vrienden worden
De twee zijn vrienden geworden.
cms/verbs-webp/119404727.webp
učiniti
To ste trebali učiniti prije sat vremena!
doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!
cms/verbs-webp/75195383.webp
biti
Ne bi trebali biti tužni!
zijn
Je moet niet verdrietig zijn!
cms/verbs-webp/123492574.webp
trenirati
Profesionalni sportaši moraju trenirati svaki dan.
trainen
Professionele atleten moeten elke dag trainen.