Woordenlijst

Leer werkwoorden – Zweeds

cms/verbs-webp/108991637.webp
undvika
Hon undviker sin kollega.
vermijden
Ze vermijdt haar collega.
cms/verbs-webp/95655547.webp
släppa före
Ingen vill släppa honom före vid snabbköpskassan.
voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.
cms/verbs-webp/116610655.webp
bygga
När byggdes Kinesiska muren?
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?
cms/verbs-webp/68779174.webp
representera
Advokater representerar sina klienter i domstol.
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
cms/verbs-webp/97335541.webp
kommentera
Han kommenterar politik varje dag.
becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.
cms/verbs-webp/65199280.webp
springa efter
Modern springer efter sin son.
achterna rennen
De moeder rent achter haar zoon aan.
cms/verbs-webp/81025050.webp
slåss
Atleterna slåss mot varandra.
vechten
De atleten vechten tegen elkaar.
cms/verbs-webp/53646818.webp
släppa in
Det snöade ute och vi släppte in dem.
binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.
cms/verbs-webp/100434930.webp
sluta
Rutten slutar här.
eindigen
De route eindigt hier.
cms/verbs-webp/97188237.webp
dansa
De dansar en tango i kärlek.
dansen
Ze dansen verliefd een tango.
cms/verbs-webp/75487437.webp
leda
Den mest erfarna vandraren leder alltid.
leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.
cms/verbs-webp/114091499.webp
träna
Hunden tränas av henne.
trainen
De hond wordt door haar getraind.