Woordenlijst
Leer werkwoorden – Japans

混ぜる
画家は色を混ぜます。
Mazeru
gaka wa iro o mazemasu.
mengen
De schilder mengt de kleuren.

訓練する
その犬は彼女に訓練されています。
Kunren suru
sono inu wa kanojo ni kunren sa rete imasu.
trainen
De hond wordt door haar getraind.

促進する
我々は車の交通の代わりとなる選択肢を促進する必要があります。
Sokushin suru
wareware wa kuruma no kōtsū no kawari to naru sentakushi o sokushin suru hitsuyō ga arimasu.
bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.

署名する
彼は契約書に署名しました。
Shomei suru
kare wa keiyakusho ni shomei shimashita.
ondertekenen
Hij ondertekende het contract.

帰る
買い物の後、二人は家に帰ります。
Kaeru
kaimono no ato, futari wa ie ni kaerimasu.
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.

絶滅する
今日、多くの動物が絶滅しています。
Zetsumetsu suru
kyō, ōku no dōbutsu ga zetsumetsu shite imasu.
uitsterven
Veel dieren zijn vandaag uitgestorven.

当てる
私が誰か当てる必要があります!
Ateru
watashi ga dare ka ateru hitsuyō ga arimasu!
raden
Je moet raden wie ik ben!

蹴る
気をつけて、馬は蹴ることができます!
Keru
kiwotsukete,-ba wa keru koto ga dekimasu!
schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!

含む
魚、チーズ、牛乳はたくさんのたんぱく質を含む。
Fukumu
sakana, chīzu, gyūnyū wa takusan no tanpakushitsu o fukumu.
bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.

保証する
保険は事故の場合の保護を保証します。
Hoshō suru
hoken wa jiko no baai no hogo o hoshō shimasu.
garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.

走る
アスリートが走ります。
Hashiru
asurīto ga hashirimasu.
rennen
De atleet rent.
