Woordenlijst
Leer werkwoorden – Japans

来る
あなたが来てくれてうれしい!
Kuru
anata ga kitekurete ureshī!
komen
Ik ben blij dat je bent gekomen!

参加する
彼はレースに参加しています。
Sanka suru
kare wa rēsu ni sanka shite imasu.
deelnemen
Hij neemt deel aan de race.

生成する
私たちは風と日光で電気を生成します。
Seisei suru
watashitachiha-fū to Nikkō de denki o seisei shimasu.
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.

好む
多くの子供たちは健康的なものよりもキャンディを好みます。
Konomu
ōku no kodomo-tachi wa kenkō-tekina mono yori mo kyandi o konomimasu.
verkiezen
Veel kinderen verkiezen snoep boven gezonde dingen.

支払う
彼女はクレジットカードで支払いました。
Shiharau
kanojo wa kurejittokādo de shiharaimashita.
betalen
Ze betaalde met een creditcard.

歩く
グループは橋を渡り歩きました。
Aruku
gurūpu wa hashi o watariarukimashita.
wandelen
De groep wandelde over een brug.

受け入れる
一部の人々は真実を受け入れたくない。
Ukeireru
ichibu no hitobito wa shinjitsu o ukeiretakunai.
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.

取り組む
彼はこれらのファイルすべてに取り組む必要があります。
Torikumu
kare wa korera no fairu subete ni torikumu hitsuyō ga arimasu.
werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.

出発する
その電車は出発します。
Shuppatsu suru
sono densha wa shuppatsu shimasu.
vertrekken
De trein vertrekt.

責任がある
医師は治療に責任があります。
Sekiningāru
ishi wa chiryō ni sekinin ga arimasu.
verantwoordelijk zijn voor
De arts is verantwoordelijk voor de therapie.

ぶら下がる
二人とも枝にぶら下がっています。
Burasagaru
futari tomo eda ni burasagatte imasu.
hangen
Ze hangen beide aan een tak.
