Woordenlijst

Leer werkwoorden – Ests

cms/verbs-webp/91930309.webp
importima
Me impordime vilju paljudest riikidest.
importeren
We importeren fruit uit veel landen.
cms/verbs-webp/94909729.webp
ootama
Me peame veel kuu aega ootama.
wachten
We moeten nog een maand wachten.
cms/verbs-webp/115628089.webp
valmistama
Ta valmistab kooki.
bereiden
Ze bereidt een taart.
cms/verbs-webp/75195383.webp
olema
Sa ei peaks kurb olema!
zijn
Je moet niet verdrietig zijn!
cms/verbs-webp/93697965.webp
sõitma ümber
Autod sõidavad ringis.
rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.
cms/verbs-webp/79322446.webp
tutvustama
Ta tutvustab oma uut tüdrukut oma vanematele.
voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.
cms/verbs-webp/116358232.webp
juhtuma
Midagi halba on juhtunud.
gebeuren
Er is iets ergs gebeurd.
cms/verbs-webp/102631405.webp
unustama
Ta ei taha unustada minevikku.
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.
cms/verbs-webp/74009623.webp
testima
Autot testitakse töökojas.
testen
De auto wordt in de werkplaats getest.
cms/verbs-webp/81885081.webp
põletama
Ta põletas tiku.
aansteken
Hij stak een lucifer aan.
cms/verbs-webp/110775013.webp
kirja panema
Ta tahab oma äriideed kirja panna.
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.
cms/verbs-webp/42111567.webp
eksima
Mõtle hoolikalt, et sa ei eksiks!
een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!