Sõnavara

Õppige tegusõnu – hollandi

cms/verbs-webp/125319888.webp
bedekken
Ze bedekt haar haar.
katma
Ta katab oma juukseid.
cms/verbs-webp/115291399.webp
willen
Hij wil te veel!
tahtma
Ta tahab liiga palju!
cms/verbs-webp/97188237.webp
dansen
Ze dansen verliefd een tango.
tantsima
Nad tantsivad armunult tangot.
cms/verbs-webp/11579442.webp
gooien naar
Ze gooien de bal naar elkaar.
viskama
Nad viskavad teineteisele palli.
cms/verbs-webp/116519780.webp
naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.
välja jooksma
Ta jookseb uute kingadega välja.
cms/verbs-webp/89635850.webp
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.
valima
Ta võttis telefoni ja valis numbri.
cms/verbs-webp/47737573.webp
geïnteresseerd zijn
Ons kind is erg geïnteresseerd in muziek.
huvituma
Meie laps on muusikast väga huvitatud.
cms/verbs-webp/111750395.webp
teruggaan
Hij kan niet alleen teruggaan.
tagasi minema
Ta ei saa üksi tagasi minna.
cms/verbs-webp/19351700.webp
voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.
pakkuma
Puhkajatele pakutakse rannatooli.
cms/verbs-webp/130814457.webp
toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.
lisama
Ta lisab kohvile natuke piima.
cms/verbs-webp/124740761.webp
stoppen
De vrouw stopt een auto.
peatama
Naine peatab auto.
cms/verbs-webp/99392849.webp
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?
eemaldama
Kuidas saab punase veini plekki eemaldada?