Woordenlijst
Leer werkwoorden – Catalaans

ballar
Estan ballant un tango enamorats.
dansen
Ze dansen verliefd een tango.

nomenar
Quants països pots nomenar?
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?

apagar
Ella apaga l’electricitat.
uitzetten
Ze zet de elektriciteit uit.

avançar
Els cargols avancen molt lentament.
vooruitgang boeken
Slakken boeken alleen langzame vooruitgang.

quedar-se
Et pots quedar amb els diners.
houden
Je mag het geld houden.

succeir
Li va succeir alguna cosa en l’accident laboral?
overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?

votar
Es vota a favor o en contra d’un candidat.
stemmen
Men stemt voor of tegen een kandidaat.

xutar
En les arts marcials, has de saber xutar bé.
schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.

saltar
Ell va saltar a l’aigua.
springen
Hij sprong in het water.

deixar
Ell ha deixat la seva feina.
stoppen
Hij stopte met zijn baan.

conèixer
Els gossos estranys volen conèixer-se.
leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.
