Woordenlijst

Leer werkwoorden – Sloveens

cms/verbs-webp/96531863.webp
preiti
Lahko mačka preide skozi to luknjo?
doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?
cms/verbs-webp/124320643.webp
težko najti
Oba se težko poslovita.
moeilijk vinden
Beiden vinden het moeilijk om afscheid te nemen.
cms/verbs-webp/74119884.webp
odpreti
Otrok odpira svoje darilo.
openen
Het kind opent zijn cadeau.
cms/verbs-webp/28787568.webp
izgubiti se
Danes sem izgubil ključ!
verdwalen
Mijn sleutel is vandaag verloren gegaan!
cms/verbs-webp/118011740.webp
graditi
Otroci gradijo visok stolp.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
cms/verbs-webp/116067426.webp
zbežati
Vsi so zbežali pred ognjem.
wegrennen
Iedereen rende weg van het vuur.
cms/verbs-webp/100565199.webp
zajtrkovati
Najraje zajtrkujemo v postelji.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.
cms/verbs-webp/85010406.webp
preskočiti
Športnik mora preskočiti oviro.
overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.
cms/verbs-webp/106203954.webp
uporabljati
V požaru uporabljamo plinske maske.
gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.
cms/verbs-webp/35862456.webp
začeti
Z zakonom se začne novo življenje.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
cms/verbs-webp/68841225.webp
razumeti
Ne morem te razumeti!
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
cms/verbs-webp/112444566.webp
govoriti z
Nekdo bi moral govoriti z njim; je tako osamljen.
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.