Woordenlijst
Leer werkwoorden – Sloveens

moliti
Tiho moli.
bidden
Hij bidt in stilte.

hraniti
Denar hranim v nočni omarici.
bewaren
Ik bewaar mijn geld in mijn nachtkastje.

srečati
Prvič sta se srečala na internetu.
ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.

združiti se
Lepo je, ko se dve osebi združita.
samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.

videti
Z očali lahko bolje vidiš.
zien
Je kunt beter zien met een bril.

glasovati
Volivci danes glasujejo o svoji prihodnosti.
stemmen
De kiezers stemmen vandaag over hun toekomst.

prenašati
Komaj prenaša bolečino!
verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!

navaditi se
Otroci se morajo navaditi čiščenja zob.
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.

proizvesti
Z roboti se lahko proizvaja ceneje.
produceren
Men kan goedkoper produceren met robots.

ustvariti
Kdo je ustvaril Zemljo?
creëren
Wie heeft de aarde gecreëerd?

povoziti
Na žalost še vedno mnogo živali povozijo avtomobili.
overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.
