Woordenlijst
Leer werkwoorden – Kroatisch
zaštititi
Kaciga bi trebala zaštititi od nesreća.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
trčati
Sportaš trči.
rennen
De atleet rent.
pogriješiti
Dobro razmisli da ne pogriješiš!
een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!
polaziti
Vlak polazi.
vertrekken
De trein vertrekt.
uživati
Ona uživa u životu.
genieten
Ze geniet van het leven.
ograničiti
Tijekom dijete morate ograničiti unos hrane.
beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
ležati
Djeca leže zajedno na travi.
liggen
De kinderen liggen samen in het gras.
objaviti
Oglasi se često objavljuju u novinama.
publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.
zadržati
Možete zadržati novac.
houden
Je mag het geld houden.
zaštititi
Djecu treba zaštititi.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.
kretati se
Zdravo je puno se kretati.
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.