Woordenlijst
Leer werkwoorden – Noors
ligge
Barna ligger sammen i gresset.
liggen
De kinderen liggen samen in het gras.
ignorere
Barnet ignorerer morens ord.
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
lytte
Hun lytter og hører en lyd.
luisteren
Ze luistert en hoort een geluid.
forårsake
Alkohol kan forårsake hodepine.
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
protestere
Folk protesterer mot urettferdighet.
protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.
avlyse
Flyvningen er avlyst.
annuleren
De vlucht is geannuleerd.
sjekke
Han sjekker hvem som bor der.
controleren
Hij controleert wie daar woont.
ta tilbake
Enheten er defekt; forhandleren må ta den tilbake.
terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.
vurdere
Han vurderer selskapets prestasjon.
evalueren
Hij evalueert de prestaties van het bedrijf.
samarbeide
Vi samarbeider som et lag.
samenwerken
We werken samen als een team.
etterlate
Hun etterlot meg et stykke pizza.
achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.