Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/61389443.webp
ligge
Barna ligger sammen i gresset.
liggen
De kinderen liggen samen in het gras.
cms/verbs-webp/71883595.webp
ignorere
Barnet ignorerer morens ord.
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
cms/verbs-webp/112407953.webp
lytte
Hun lytter og hører en lyd.
luisteren
Ze luistert en hoort een geluid.
cms/verbs-webp/123203853.webp
forårsake
Alkohol kan forårsake hodepine.
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
cms/verbs-webp/102168061.webp
protestere
Folk protesterer mot urettferdighet.
protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.
cms/verbs-webp/63351650.webp
avlyse
Flyvningen er avlyst.
annuleren
De vlucht is geannuleerd.
cms/verbs-webp/106725666.webp
sjekke
Han sjekker hvem som bor der.
controleren
Hij controleert wie daar woont.
cms/verbs-webp/123834435.webp
ta tilbake
Enheten er defekt; forhandleren må ta den tilbake.
terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.
cms/verbs-webp/80116258.webp
vurdere
Han vurderer selskapets prestasjon.
evalueren
Hij evalueert de prestaties van het bedrijf.
cms/verbs-webp/118343897.webp
samarbeide
Vi samarbeider som et lag.
samenwerken
We werken samen als een team.
cms/verbs-webp/124274060.webp
etterlate
Hun etterlot meg et stykke pizza.
achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.
cms/verbs-webp/120282615.webp
investere
Hva skal vi investere pengene våre i?
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?