Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/125116470.webp
stole på
Vi stoler alle på hverandre.
vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.
cms/verbs-webp/68841225.webp
forstå
Jeg kan ikke forstå deg!
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
cms/verbs-webp/8482344.webp
kysse
Han kysser babyen.
kussen
Hij kust de baby.
cms/verbs-webp/105934977.webp
produsere
Vi produserer strøm med vind og sollys.
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.
cms/verbs-webp/105224098.webp
bekrefte
Hun kunne bekrefte den gode nyheten til mannen sin.
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.
cms/verbs-webp/114091499.webp
trene
Hunden blir trent av henne.
trainen
De hond wordt door haar getraind.
cms/verbs-webp/33493362.webp
ringe tilbake
Vær så snill å ringe meg tilbake i morgen.
terugbellen
Bel me morgen alstublieft terug.
cms/verbs-webp/102168061.webp
protestere
Folk protesterer mot urettferdighet.
protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.
cms/verbs-webp/21689310.webp
velge ut
Læreren min velger ofte ut meg.
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.
cms/verbs-webp/85968175.webp
skade
To biler ble skadet i ulykken.
beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.
cms/verbs-webp/116877927.webp
innrede
Min datter vil innrede leiligheten sin.
inrichten
Mijn dochter wil haar appartement inrichten.
cms/verbs-webp/23468401.webp
bli forlovet
De har hemmelig blitt forlovet!
verloven
Ze hebben stiekem verloofd!