Woordenlijst
Leer werkwoorden – Noors

åpne
Kan du åpne denne boksen for meg?
openen
Kun je dit blikje voor me openen?

skryte
Han liker å skryte av pengene sine.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.

beholde
Du kan beholde pengene.
houden
Je mag het geld houden.

lede
Han leder jenta ved hånden.
leiden
Hij leidt het meisje bij de hand.

stille tilbake
Snart må vi stille klokken tilbake igjen.
achteruit zetten
Binnenkort moeten we de klok weer achteruit zetten.

gå hjem
Han går hjem etter arbeid.
naar huis gaan
Hij gaat na het werk naar huis.

bevise
Han vil bevise en matematisk formel.
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.

gå ut
Jentene liker å gå ut sammen.
uitgaan
De meisjes gaan graag samen uit.

investere
Hva skal vi investere pengene våre i?
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?

se klart
Jeg kan se alt klart gjennom mine nye briller.
duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.

teste
Bilen testes i verkstedet.
testen
De auto wordt in de werkplaats getest.
