Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/91930542.webp
zaustaviti
Policajka zaustavlja auto.
stoppen
De agente stopt de auto.
cms/verbs-webp/105238413.webp
štedjeti
Možete štedjeti novac na grijanju.
besparen
Je kunt geld besparen op verwarming.
cms/verbs-webp/92456427.webp
kupiti
Oni žele kupiti kuću.
kopen
Ze willen een huis kopen.
cms/verbs-webp/102731114.webp
objaviti
Izdavač je objavio mnoge knjige.
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.
cms/verbs-webp/19584241.webp
imati na raspolaganju
Djeca imaju samo džeparac na raspolaganju.
ter beschikking hebben
Kinderen hebben alleen zakgeld ter beschikking.
cms/verbs-webp/116835795.webp
stići
Mnogo ljudi stiže kamperom na odmor.
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.
cms/verbs-webp/118588204.webp
čekati
Ona čeka autobus.
wachten
Ze wacht op de bus.
cms/verbs-webp/113248427.webp
pobjediti
Pokušava pobijediti u šahu.
winnen
Hij probeert te winnen met schaken.
cms/verbs-webp/90643537.webp
pjevati
Djeca pjevaju pjesmu.
zingen
De kinderen zingen een lied.
cms/verbs-webp/118011740.webp
graditi
Djeca grade visoki toranj.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
cms/verbs-webp/80356596.webp
oprostiti se
Žena se oprašta.
afscheid nemen
De vrouw neemt afscheid.
cms/verbs-webp/124458146.webp
ostaviti
Vlasnici ostavljaju svoje pse meni na šetnju.
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.