Rječnik

Naučite glagole – nizozemski

cms/verbs-webp/23258706.webp
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.
podići
Helikopter podiže dva čovjeka.
cms/verbs-webp/80552159.webp
werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.
raditi
Motocikl je pokvaren; više ne radi.
cms/verbs-webp/36190839.webp
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.
boriti se
Vatrogasci se bore protiv vatre iz zraka.
cms/verbs-webp/87142242.webp
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
visiti
Hamak visi s plafona.
cms/verbs-webp/75281875.webp
zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.
brinuti se
Naš domar se brine za čišćenje snijega.
cms/verbs-webp/63645950.webp
rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.
trčati
Ona trči svako jutro po plaži.
cms/verbs-webp/15441410.webp
uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.
izreći
Želi se izreći svojoj prijateljici.
cms/verbs-webp/87317037.webp
spelen
Het kind speelt liever alleen.
igrati
Dijete radije igra samostalno.
cms/verbs-webp/73649332.webp
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.
vikati
Ako želiš biti čuo, moraš glasno vikati svoju poruku.
cms/verbs-webp/109542274.webp
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?
propustiti
Treba li izbjeglice propustiti na granicama?
cms/verbs-webp/127554899.webp
verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.
preferirati
Naša kćerka ne čita knjige; preferira svoj telefon.
cms/verbs-webp/106997420.webp
onaangeroerd laten
De natuur werd onaangeroerd gelaten.
ostaviti netaknuto
Priroda je ostavljena netaknuta.