Rječnik

Naučite glagole – nizozemski

cms/verbs-webp/78973375.webp
ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.
dobiti bolovanje
Mora dobiti bolovanje od doktora.
cms/verbs-webp/119417660.webp
geloven
Veel mensen geloven in God.
vjerovati
Mnogi ljudi vjeruju u Boga.
cms/verbs-webp/79322446.webp
voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.
predstaviti
On predstavlja svoju novu djevojku svojim roditeljima.
cms/verbs-webp/113253386.webp
lukken
Deze keer is het niet gelukt.
uspjeti
Ovaj put nije uspjelo.
cms/verbs-webp/119235815.webp
houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.
voljeti
Stvarno voli svog konja.
cms/verbs-webp/110056418.webp
een toespraak houden
De politicus houdt een toespraak voor veel studenten.
držati govor
Politikar drži govor pred mnogim studentima.
cms/verbs-webp/99196480.webp
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.
parkirati
Automobili su parkirani u podzemnoj garaži.
cms/verbs-webp/100565199.webp
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.
doručkovati
Radije doručkujemo u krevetu.
cms/verbs-webp/33688289.webp
binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.
pustiti unutra
Nikada ne treba pustiti nepoznate osobe unutra.
cms/verbs-webp/111063120.webp
leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.
upoznati
Čudni psi žele se upoznati.
cms/verbs-webp/113418367.webp
beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.
odlučiti
Ne može se odlučiti koje cipele obuti.
cms/verbs-webp/118780425.webp
proeven
De chef-kok proeft de soep.
probati
Glavni kuhar probava juhu.