Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/17624512.webp
naviknuti se
Djeca se moraju naviknuti na pranje zuba.
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.
cms/verbs-webp/66787660.webp
bojiti
Želim bojiti svoj stan.
schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.
cms/verbs-webp/118567408.webp
misliti
Koga misliš da je jači?
denken
Wie denk je dat sterker is?
cms/verbs-webp/90539620.webp
proći
Vrijeme ponekad prolazi sporo.
voorbijgaan
De tijd gaat soms langzaam voorbij.
cms/verbs-webp/114993311.webp
vidjeti
Bolje možete vidjeti s naočalama.
zien
Je kunt beter zien met een bril.
cms/verbs-webp/49585460.webp
završiti
Kako smo završili u ovoj situaciji?
terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?
cms/verbs-webp/91442777.webp
stati na
Ne mogu stati na tlo s ovom nogom.
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
cms/verbs-webp/40632289.webp
ćaskati
Učenici ne bi trebali ćaskati tokom časa.
kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.
cms/verbs-webp/104849232.webp
roditi
Uskoro će roditi.
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.
cms/verbs-webp/101383370.webp
izlaziti
Djevojčice vole izlaziti zajedno.
uitgaan
De meisjes gaan graag samen uit.
cms/verbs-webp/93221279.webp
gorjeti
U kaminu gori vatra.
branden
Er brandt een vuur in de open haard.
cms/verbs-webp/44518719.webp
hodati
Ovuda se ne smije hodati.
bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.