Woordenlijst

Leer werkwoorden – Zweeds

cms/verbs-webp/51119750.webp
hitta vägen
Jag kan hitta bra i en labyrint.
de weg vinden
Ik kan goed de weg vinden in een labyrint.
cms/verbs-webp/128644230.webp
förnya
Målaren vill förnya väggfärgen.
vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.
cms/verbs-webp/102447745.webp
avboka
Han avbokade tyvärr mötet.
annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.
cms/verbs-webp/106997420.webp
lämna orörd
Naturen lämnades orörd.
onaangeroerd laten
De natuur werd onaangeroerd gelaten.
cms/verbs-webp/10206394.webp
uthärda
Hon kan knappt uthärda smärtan!
verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!
cms/verbs-webp/67035590.webp
hoppa
Han hoppade i vattnet.
springen
Hij sprong in het water.
cms/verbs-webp/102238862.webp
besöka
En gammal vän besöker henne.
bezoeken
Een oude vriend bezoekt haar.
cms/verbs-webp/8451970.webp
diskutera
Kollegorna diskuterar problemet.
bespreken
De collega’s bespreken het probleem.
cms/verbs-webp/99602458.webp
begränsa
Bör handeln begränsas?
beperken
Moet handel worden beperkt?
cms/verbs-webp/23258706.webp
dra upp
Helikoptern drar upp de två männen.
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.
cms/verbs-webp/82378537.webp
kassera
Dessa gamla gummidäck måste kasseras separat.
weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.
cms/verbs-webp/96668495.webp
trycka
Böcker och tidningar trycks.
drukken
Boeken en kranten worden gedrukt.