Woordenlijst
Leer werkwoorden – Afrikaans
verwyder
Die ambagsman het die ou teëls verwyder.
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.
vorm
Ons vorm ’n goeie span saam.
vormen
We vormen samen een goed team.
stap
Hierdie pad moet nie gestap word nie.
bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.
vertaal
Hy kan tussen ses tale vertaal.
vertalen
Hij kan tussen zes talen vertalen.
begin
Die soldate begin.
beginnen
De soldaten beginnen.
dien
Honde hou daarvan om hulle eienaars te dien.
dienen
Honden dienen graag hun baasjes.
noem
Hoeveel keer moet ek hierdie argument noem?
ter sprake brengen
Hoe vaak moet ik dit argument ter sprake brengen?
vorder
Slakke maak slegs stadige vordering.
vooruitgang boeken
Slakken boeken alleen langzame vooruitgang.
luister
Hy luister na haar.
luisteren
Hij luistert naar haar.
kom
Ek’s bly jy het gekom!
komen
Ik ben blij dat je bent gekomen!
kyk
Sy kyk deur ’n verkyker.
kijken
Ze kijkt door een verrekijker.