Woordenlijst
Leer werkwoorden – Afrikaans

ontvang
Hy het ’n verhoging van sy baas ontvang.
ontvangen
Hij ontving een loonsverhoging van zijn baas.

sien duidelik
Ek kan alles duidelik sien deur my nuwe brille.
duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.

uitsien na
Kinders sien altyd uit na sneeu.
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.

ontmoet
Soms ontmoet hulle in die trappehuis.
ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.

herhaal
My papegaai kan my naam herhaal.
herhalen
Mijn papegaai kan mijn naam herhalen.

dronk raak
Hy raak amper elke aand dronk.
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.

bewys
Hy wil ’n wiskundige formule bewys.
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.

aanvaar
Sommige mense wil nie die waarheid aanvaar nie.
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.

stel voor
Die vrou stel iets aan haar vriendin voor.
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.

ondersoek
Bloed monsters word in hierdie laboratorium ondersoek.
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.

eet
Die hoenders eet die korrels.
eten
De kippen eten de granen.
