Woordenlijst

Leer werkwoorden – Portugees (BR)

cms/verbs-webp/84506870.webp
embebedar-se
Ele se embebeda quase todas as noites.
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.
cms/verbs-webp/116835795.webp
chegar
Muitas pessoas chegam de motorhome nas férias.
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.
cms/verbs-webp/81885081.webp
queimar
Ele queimou um fósforo.
aansteken
Hij stak een lucifer aan.
cms/verbs-webp/117284953.webp
escolher
Ela escolhe um novo par de óculos escuros.
uitzoeken
Ze zoekt een nieuwe zonnebril uit.
cms/verbs-webp/73488967.webp
examinar
Amostras de sangue são examinadas neste laboratório.
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.
cms/verbs-webp/74908730.webp
causar
Muitas pessoas rapidamente causam caos.
veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.
cms/verbs-webp/20225657.webp
exigir
Meu neto exige muito de mim.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
cms/verbs-webp/44159270.webp
devolver
A professora devolve as redações aos alunos.
teruggeven
De leraar geeft de essays terug aan de studenten.
cms/verbs-webp/68779174.webp
representar
Advogados representam seus clientes no tribunal.
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
cms/verbs-webp/108295710.webp
soletrar
As crianças estão aprendendo a soletrar.
spellen
De kinderen leren spellen.
cms/verbs-webp/89636007.webp
assinar
Ele assinou o contrato.
ondertekenen
Hij ondertekende het contract.
cms/verbs-webp/33599908.webp
servir
Cães gostam de servir seus donos.
dienen
Honden dienen graag hun baasjes.