Woordenlijst
Leer werkwoorden – Frans

faire attention à
On doit faire attention aux signaux routiers.
opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.

écouter
Elle écoute et entend un son.
luisteren
Ze luistert en hoort een geluid.

poursuivre
Le cowboy poursuit les chevaux.
achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.

inviter
Nous vous invitons à notre fête du Nouvel An.
uitnodigen
Wij nodigen je uit voor ons oudejaarsfeest.

renverser
Malheureusement, beaucoup d’animaux sont encore renversés par des voitures.
overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.

trier
Il aime trier ses timbres.
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.

laisser sans voix
La surprise la laisse sans voix.
sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.

courir
L’athlète court.
rennen
De atleet rent.

s’entraîner
Les athlètes professionnels doivent s’entraîner tous les jours.
trainen
Professionele atleten moeten elke dag trainen.

chercher
La police cherche le coupable.
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.

chasser
Un cygne en chasse un autre.
wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.
