Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/102447745.webp
kanselleer
Hy het ongelukkig die vergadering gekanselleer.
annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.
cms/verbs-webp/102169451.webp
hanteer
Mens moet probleme hanteer.
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
cms/verbs-webp/27076371.webp
behoort
My vrou behoort aan my.
toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.
cms/verbs-webp/63868016.webp
terugbring
Die hond bring die speelding terug.
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.
cms/verbs-webp/101765009.webp
vergesel
Die hond vergesel hulle.
begeleiden
De hond begeleidt hen.
cms/verbs-webp/115373990.webp
verskyn
’n Groot vis het skielik in die water verskyn.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
cms/verbs-webp/83661912.webp
voorberei
Hulle berei ’n heerlike maaltyd voor.
bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.
cms/verbs-webp/34664790.webp
verslaan
Die swakker hond is in die geveg verslaan.
verslagen worden
De zwakkere hond wordt verslagen in het gevecht.
cms/verbs-webp/124545057.webp
luister na
Die kinders luister graag na haar stories.
luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.
cms/verbs-webp/97335541.webp
lewer kommentaar
Hy lewer elke dag kommentaar oor politiek.
becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.
cms/verbs-webp/119379907.webp
raai
Jy moet raai wie ek is!
raden
Je moet raden wie ik ben!
cms/verbs-webp/80427816.webp
korrekteer
Die onderwyser korrekteer die studente se opstelle.
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.