Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/112970425.webp
ontsteld raak
Sy raak ontsteld omdat hy altyd snork.
boos worden
Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.
cms/verbs-webp/61245658.webp
spring uit
Die vis spring uit die water.
uitspringen
De vis springt uit het water.
cms/verbs-webp/111063120.webp
leer ken
Vreemde honde wil mekaar leer ken.
leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.
cms/verbs-webp/120259827.webp
kritiseer
Die baas kritiseer die werknemer.
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.
cms/verbs-webp/35862456.webp
begin
’n Nuwe lewe begin met huwelik.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
cms/verbs-webp/93947253.webp
sterf
Baie mense sterf in flieks.
sterven
Veel mensen sterven in films.
cms/verbs-webp/109588921.webp
skakel af
Sy skakel die alarmklok af.
uitzetten
Ze zet de wekker uit.
cms/verbs-webp/75487437.webp
lei
Die mees ervare stapper lei altyd.
leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.
cms/verbs-webp/59250506.webp
aanbied
Sy het aangebied om die blomme nat te gooi.
aanbieden
Ze bood aan de bloemen water te geven.
cms/verbs-webp/44269155.webp
gooi
Hy gooi sy rekenaar kwaad op die vloer.
gooien
Hij gooit zijn computer boos op de grond.
cms/verbs-webp/110401854.webp
akkommodasie kry
Ons het akkommodasie in ’n goedkoop hotel gekry.
onderdak vinden
We vonden onderdak in een goedkoop hotel.
cms/verbs-webp/84506870.webp
dronk raak
Hy raak amper elke aand dronk.
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.