Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/97119641.webp
paint
The car is being painted blue.
schilderen
De auto wordt blauw geschilderd.
cms/verbs-webp/109157162.webp
come easy
Surfing comes easily to him.
gemakkelijk gaan
Surfen gaat hem gemakkelijk af.
cms/verbs-webp/80060417.webp
drive away
She drives away in her car.
wegrijden
Ze rijdt weg in haar auto.
cms/verbs-webp/84476170.webp
demand
He demanded compensation from the person he had an accident with.
eisen
Hij eiste compensatie van de persoon waarmee hij een ongeluk had.
cms/verbs-webp/61575526.webp
give way
Many old houses have to give way for the new ones.
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.
cms/verbs-webp/96061755.webp
serve
The chef is serving us himself today.
bedienen
De chef bedient ons vandaag zelf.
cms/verbs-webp/122789548.webp
give
What did her boyfriend give her for her birthday?
geven
Wat heeft haar vriend haar voor haar verjaardag gegeven?
cms/verbs-webp/104825562.webp
set
You have to set the clock.
instellen
Je moet de klok instellen.
cms/verbs-webp/58292283.webp
demand
He is demanding compensation.
eisen
Hij eist compensatie.
cms/verbs-webp/85191995.webp
get along
End your fight and finally get along!
overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!
cms/verbs-webp/57248153.webp
mention
The boss mentioned that he will fire him.
vermelden
De baas vermeldde dat hij hem zal ontslaan.
cms/verbs-webp/100466065.webp
leave out
You can leave out the sugar in the tea.
weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.