Woordenlijst
Leer werkwoorden – Koreaans

풍부하게 하다
향신료는 우리 음식을 풍부하게 한다.
pungbuhage hada
hyangsinlyoneun uli eumsig-eul pungbuhage handa.
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.

때리다
부모님은 아이들을 때려서는 안 된다.
ttaelida
bumonim-eun aideul-eul ttaelyeoseoneun an doenda.
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.

공유하다
우리는 우리의 부를 공유하는 법을 배워야 한다.
gong-yuhada
ulineun uliui buleul gong-yuhaneun beob-eul baewoya handa.
delen
We moeten leren onze rijkdom te delen.

감염되다
그녀는 바이러스에 감염되었다.
gam-yeomdoeda
geunyeoneun baileoseue gam-yeomdoeeossda.
besmet raken
Ze raakte besmet met een virus.

쫓아내다
한 마리의 백조가 다른 백조를 쫓아냈다.
jjoch-anaeda
han maliui baegjoga daleun baegjoleul jjoch-anaessda.
wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.

멈추다
빨간 불에서는 반드시 멈춰야 한다.
meomchuda
ppalgan bul-eseoneun bandeusi meomchwoya handa.
stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.

고용하다
지원자는 고용되었다.
goyonghada
jiwonjaneun goyongdoeeossda.
aannemen
De sollicitant werd aangenomen.

주차하다
차들은 지하 주차장에 주차되어 있다.
juchahada
chadeul-eun jiha juchajang-e juchadoeeo issda.
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.

과세하다
기업은 여러 가지 방법으로 과세된다.
gwasehada
gieob-eun yeoleo gaji bangbeob-eulo gwasedoenda.
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.

도망치다
모든 사람들이 불에서 도망쳤다.
domangchida
modeun salamdeul-i bul-eseo domangchyeossda.
wegrennen
Iedereen rende weg van het vuur.

들어가다
지하철이 방금 역에 들어왔다.
deul-eogada
jihacheol-i bang-geum yeog-e deul-eowassda.
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.
