Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/99196480.webp
parkere
Bilene er parkert i undergrunnen.
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.
cms/verbs-webp/84365550.webp
transportere
Lastebilen transporterer varene.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.
cms/verbs-webp/78309507.webp
klippe ut
Formene må klippes ut.
uitknippen
De vormen moeten worden uitgeknipt.
cms/verbs-webp/124458146.webp
overlate
Eierne overlater hundene sine til meg for en tur.
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.
cms/verbs-webp/85968175.webp
skade
To biler ble skadet i ulykken.
beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.
cms/verbs-webp/20225657.webp
kreve
Barnebarnet mitt krever mye av meg.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
cms/verbs-webp/47225563.webp
tenke med
Du må tenke med i kortspill.
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
cms/verbs-webp/108350963.webp
berike
Krydder beriker maten vår.
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.
cms/verbs-webp/105504873.webp
ville forlate
Hun vil forlate hotellet sitt.
willen verlaten
Ze wil haar hotel verlaten.
cms/verbs-webp/61389443.webp
ligge
Barna ligger sammen i gresset.
liggen
De kinderen liggen samen in het gras.
cms/verbs-webp/63645950.webp
løpe
Hun løper hver morgen på stranden.
rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.
cms/verbs-webp/32312845.webp
ekskludere
Gruppen ekskluderer ham.
uitsluiten
De groep sluit hem uit.