Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/107852800.webp
rigardi
Ŝi rigardas tra binoklo.
kijken
Ze kijkt door een verrekijker.
cms/verbs-webp/3819016.webp
maltrafi
Li maltrafis la ŝancon por golo.
missen
Hij miste de kans op een doelpunt.
cms/verbs-webp/102397678.webp
eldoni
Reklamoj ofte estas eldonitaj en gazetoj.
publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.
cms/verbs-webp/113393913.webp
alveni
La taksioj alvenis ĉe la haltejo.
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.
cms/verbs-webp/85010406.webp
transsalti
La atleto devas transsalti la obstaklon.
overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.
cms/verbs-webp/99769691.webp
preterpasi
La trajno preterpasas nin.
voorbijgaan
De trein gaat aan ons voorbij.
cms/verbs-webp/65199280.webp
postkuri
La patrino postkuras sian filon.
achterna rennen
De moeder rent achter haar zoon aan.
cms/verbs-webp/115847180.webp
helpi
Ĉiu helpas starigi la tendon.
helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.
cms/verbs-webp/104476632.webp
lavi
Mi ne ŝatas lavi la telerojn.
afwassen
Ik hou niet van afwassen.
cms/verbs-webp/84314162.webp
etendi
Li etendas siajn brakojn larĝe.
uitspreiden
Hij spreidt zijn armen wijd uit.
cms/verbs-webp/123237946.webp
okazi
Akcidento okazis ĉi tie.
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.
cms/verbs-webp/121928809.webp
fortigi
Gimnastiko fortigas la muskolojn.
versterken
Gymnastiek versterkt de spieren.