Woordenlijst

Leer werkwoorden – Duits

cms/verbs-webp/81740345.webp
zusammenfassen
Man muss das Wichtigste aus diesem Text zusammenfassen.
samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.
cms/verbs-webp/62175833.webp
entdecken
Die Seefahrer haben ein neues Land entdeckt.
ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.
cms/verbs-webp/109542274.webp
durchlassen
Soll man Flüchtlinge an den Grenzen durchlassen?
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?
cms/verbs-webp/49585460.webp
geraten
Wie sind wir nur in diese Situation geraten?
terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?
cms/verbs-webp/33688289.webp
hereinlassen
Fremde sollte man niemals hereinlassen.
binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.
cms/verbs-webp/109434478.webp
eröffnen
Das Fest wurde mit einem Feuerwerk eröffnet.
openen
Het festival werd geopend met vuurwerk.
cms/verbs-webp/90287300.webp
läuten
Hörst du die Glocke läuten?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
cms/verbs-webp/99455547.webp
wahrhaben
Manche Menschen möchten die Wahrheit nicht wahrhaben.
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.
cms/verbs-webp/75195383.webp
sein
Du sollst doch nicht traurig sein!
zijn
Je moet niet verdrietig zijn!
cms/verbs-webp/122010524.webp
unternehmen
Ich habe schon viele Reisen unternommen.
ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.
cms/verbs-webp/111892658.webp
liefern
Er liefert die Pizzas nach Hause.
bezorgen
Hij bezorgt pizza’s aan huis.
cms/verbs-webp/40094762.webp
wecken
Der Wecker weckt sie um 10 Uhr.
wekken
De wekker wekt haar om 10 uur ’s ochtends.