Woordenlijst
Leer werkwoorden – Duits

beachten
Verkehrsschilder muss man beachten.
opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.

schmeißen
Er schmeißt seinen Computer wütend auf den Boden.
gooien
Hij gooit zijn computer boos op de grond.

drankommen
Bitte warte, gleich kommst du dran!
aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!

totschlagen
Ich werde die Fliege totschlagen!
doden
Ik zal de vlieg doden!

vertreten
Rechtsanwälte vertreten ihre Mandanten vor Gericht.
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.

trinken
Sie trinkt Tee.
drinken
Ze drinkt thee.

essen
Was wollen wir heute essen?
eten
Wat willen we vandaag eten?

treiben
Die Cowboys treiben das Vieh mit Pferden.
drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.

liegen
Die Kinder liegen zusammen im Gras.
liggen
De kinderen liggen samen in het gras.

einführen
Wir führen Obst aus vielen Ländern ein.
importeren
We importeren fruit uit veel landen.

sich aufregen
Sie regt sich auf, weil er immer schnarcht.
boos worden
Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.
