Woordenlijst
Leer werkwoorden – Slovaaks
ovplyvniť
Nedaj sa ovplyvniť inými!
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
zobudiť sa
Práve sa zobudil.
wakker worden
Hij is net wakker geworden.
ochutnať
Šéfkuchár ochutnáva polievku.
proeven
De chef-kok proeft de soep.
odstrániť
Bager odstraňuje pôdu.
verwijderen
De graafmachine verwijdert de grond.
prehľadať
Zlodej prehľadáva dom.
doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.
priniesť
Kurier prináša balík.
brengen
De koerier brengt een pakketje.
klamať
Niekedy je treba klamať v núdzovej situácii.
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.
sledovať
Kurčatká vždy sledujú svoju matku.
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.
chatovať
Často chatuje so svojím susedom.
kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.
vrátiť sa
Otec sa vrátil z vojny.
terugkeren
De vader is teruggekeerd uit de oorlog.
monitorovať
Všetko je tu monitorované kamerami.
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.