Woordenlijst

Leer werkwoorden – Slovaaks

cms/verbs-webp/73880931.webp
čistiť
Robotník čistí okno.
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
cms/verbs-webp/102169451.webp
zvládať
Problémy treba zvládať.
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
cms/verbs-webp/62788402.webp
podporiť
Rádi podporujeme vašu myšlienku.
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.
cms/verbs-webp/118008920.webp
začať
Škola práve začína pre deti.
beginnen
School begint net voor de kinderen.
cms/verbs-webp/131098316.webp
oženiť sa
Mladiství sa nesmú oženiť.
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.
cms/verbs-webp/111792187.webp
vybrať
Je ťažké vybrať ten správny.
kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.
cms/verbs-webp/114231240.webp
klamať
Často klame, keď chce niečo predávať.
liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.
cms/verbs-webp/78309507.webp
vyrezať
Tieto tvary treba vyrezať.
uitknippen
De vormen moeten worden uitgeknipt.
cms/verbs-webp/105875674.webp
kopnúť
V bojových umeniach musíte vedieť dobre kopnúť.
schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.