Woordenlijst
Leer werkwoorden – Portugees (BR)
carregar
Eles carregam seus filhos nas costas.
dragen
Ze dragen hun kinderen op hun rug.
exibir
Arte moderna é exibida aqui.
tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.
mentir
Ele frequentemente mente quando quer vender algo.
liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.
entrar
O navio está entrando no porto.
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.
dividir
Eles dividem as tarefas domésticas entre si.
verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.
lembrar
O computador me lembra dos meus compromissos.
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.
agradecer
Ele agradeceu com flores.
bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.
votar
Os eleitores estão votando em seu futuro hoje.
stemmen
De kiezers stemmen vandaag over hun toekomst.
publicar
Publicidade é frequentemente publicada em jornais.
publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.
limitar
Durante uma dieta, é preciso limitar a ingestão de alimentos.
beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
aparecer
Um peixe enorme apareceu repentinamente na água.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.